Omhoog rollen
Zet de kast (zonder bovenkant) op minimaal 6 blokken of 2 banken zodat de ballen er aan de onderkant weer uitvallen. Zo kunnen de leerlingen makkelijk de ballen pakken. Leg verschillende ballen neer zodat de leerlingen hiermee kunnen experimenteren. Elke bal rolt immers weer anders.
De leerlingen moeten via de bank de bal in de kast rollen. Dat betekent dus dat de bal omhoog gerold moet worden.
Niveau 1:
Makkelijk doordat er een breed rolvlak is en het doel lang is.
Niveau 2:
Makkelijk doordat er een breed rolvlak is maar moeilijker omdat het doel kort is en de bal over het doel heen kan gaan.
Niveau 3:
Moeilijker doordat er een smal rolvlak is maar er is wel een lang doel.
Niveau 4:
Moeilijk doordat er een smal rolvlak is en ook moeilijk doordat het doel kort is en de bal over het doel heen kan gaan.
Zet de kast (zonder bovenkant) op minimaal 6 blokken of 2 banken zodat de ballen er aan de onderkant weer uitvallen. Zo kunnen de leerlingen makkelijk de ballen pakken. Leg verschillende ballen neer zodat de leerlingen hiermee kunnen experimenteren. Elke bal rolt immers weer anders.
De leerlingen moeten via de bank de bal in de kast rollen. Dat betekent dus dat de bal omhoog gerold moet worden.
Niveau 1:
Makkelijk doordat er een breed rolvlak is en het doel lang is.
Niveau 2:
Makkelijk doordat er een breed rolvlak is maar moeilijker omdat het doel kort is en de bal over het doel heen kan gaan.
Niveau 3:
Moeilijker doordat er een smal rolvlak is maar er is wel een lang doel.
Niveau 4:
Moeilijk doordat er een smal rolvlak is en ook moeilijk doordat het doel kort is en de bal over het doel heen kan gaan.
|