Verdedig de bal
De leerlingen maken 2-tallen en zoeken ieder een eigen matje uit.
De 2-tallen gaan tegenover elkaar zitten. De aanvaller op handen en knieën, de verdediger op ellebogen en knieën.
Er zijn 2 rollen:
Aanvaller: Deze moet de bal proberen te pakken.
Verdediger: Deze moet de bal verdedigen.
Het spel begint en de aanvaller gaat proberen de bal te pakken. Lukt dit? Dan wint de aanvaller. Lukt dit niet binnen 60 sec? Dan wint de verdediger.
Laat de leerlingen om de 2 a 3 minuten van tegenstander wisselen om de spanning erin te houden.
De leerlingen maken 2-tallen en zoeken ieder een eigen matje uit.
De 2-tallen gaan tegenover elkaar zitten. De aanvaller op handen en knieën, de verdediger op ellebogen en knieën.
Er zijn 2 rollen:
Aanvaller: Deze moet de bal proberen te pakken.
Verdediger: Deze moet de bal verdedigen.
Het spel begint en de aanvaller gaat proberen de bal te pakken. Lukt dit? Dan wint de aanvaller. Lukt dit niet binnen 60 sec? Dan wint de verdediger.
Laat de leerlingen om de 2 a 3 minuten van tegenstander wisselen om de spanning erin te houden.
|