Oversteken
De docent zorgt ervoor dat iedereen een plekje aan de parachute heeft (de meeste parachutes hebben lusjes aan de buitenkant om hem vast te houden).
Voordat je begint is het belangrijk dat de parachute goed strak staat. Laat dus een aantal leerlingen naar achteren lopen totdat iedereen op de goede plek staat.
Het is het makkelijkste als de docent het ritme aangeeft, later kan je het de kinderen zelf laten doen.
De docent kiest 2 leerlingen uit die van plaats moeten verwisselen als de parachute omhoog gaat.
De parachute gaat 3 keer omhoog en omlaag. Bij de 4e keer omhoog verwisselen de 2 gekozen leerlingen van plek. Als ze hun nieuwe plek hebben ingenomen kiest de docent 2 nieuwe leerlingen en begint het opnieuw.
De docent zorgt ervoor dat iedereen een plekje aan de parachute heeft (de meeste parachutes hebben lusjes aan de buitenkant om hem vast te houden).
Voordat je begint is het belangrijk dat de parachute goed strak staat. Laat dus een aantal leerlingen naar achteren lopen totdat iedereen op de goede plek staat.
Het is het makkelijkste als de docent het ritme aangeeft, later kan je het de kinderen zelf laten doen.
De docent kiest 2 leerlingen uit die van plaats moeten verwisselen als de parachute omhoog gaat.
De parachute gaat 3 keer omhoog en omlaag. Bij de 4e keer omhoog verwisselen de 2 gekozen leerlingen van plek. Als ze hun nieuwe plek hebben ingenomen kiest de docent 2 nieuwe leerlingen en begint het opnieuw.
|